maandag 16 juli 2012

Toeval

Ook ik kijk wel eens boos naar boven, richting de weergoden. Maar als ik dan denk aan wat historicus David Christian zei, kan ik eigenlijk alleen maar blij zijn met de weersomstandigheden op onze Aarde: "So we must imagine the early earth as a mixture of rocky materials, metals, and trapped gases, subjected to constant bombardment by smaller planetesimals and without much of an atmosphere. The early earth would indeed have seemed a hellish place to humans." Dat was 4,6 miljard jaar geleden. Miljoenen jaren lang was de Aarde een planeet waar geen leven mogelijk was, waar de natuur oppermachtig was en waar wij ons nu maar moeilijk een voorstelling van kunnen maken. Uiteindelijk, zoals veel wetenschappers aannemen, is leven ontstaan via bacterien die zich in de hete kern van de aardbol bevonden. En kijk waar we nu zijn, 4 miljard later: wij lopen buiten zonder weg te waaien, wij rijden in onze auto's zonder een regen van kometen op ons dak te krijgen en tijdens het fietsen stikken wij niet in gassen die ons lichaam niet kan verdragen. Echter, zuurstof is ook niet heilig; als er veel meer zuurstof in de lucht zou zitten dan nu het geval is, zouden wij vlam vatten als wij iets te hard in onze handen zouden wrijven. De fragiele combinatie van factoren waardoor wij hier op aarde kunnen leven berust op toeval en is misschien uniek in het heelal. Dus ja, het is vervelend dat onze kleren soms nat worden buiten en een verbrande huid kan pijnlijk zijn. Maar wij leven tenminste, dat is toch wel heel fijn.

maandag 9 juli 2012

glinstering

ik, alleen in bed
jij, doet je das goed
ziet mij liggen
naast je spiegelbeeld
de glinstering in je ogen
vlinders in mijn buik
een vlinder op je das

rollend in het gras
jij, bovenop mij
streelt de lok uit mijn oog
kust het grassprietje weg
de glinstering in je ogen
weerkaatst de zon
weerspiegelt de mijne

rollend over het tapijt
jij schreeuwt, ik gooi
de vaas en woorden
die tranen veroorzaken
de glinstering in je ogen
de verliefdheid is gebroken
net als de vaas, en al onze dromen

ik, samen in bed
jij misschien ook, wie weet
wat er komen gaat, is geheim
zinnig of niet, het leven bepaalt
de glinstering in je ogen
zie ik nu af en toe terug
in de zijne