maandag 24 september 2012

Doorweekt

De regen striemde in mijn gezicht, waardoor ik pas op het laatste moment zag dat het stoplicht op rood sprong. Ik remde hard en kon mij staande houden tegen het paaltje waar ik kon drukken voor groen licht. Gelukkig, want hierdoor hoefde ik mijn voet niet in de diepe plas te zetten. Ik voelde weliswaar het water op sommige plekken al door mijn schoenen sijpelen, maar ik wilde toch zoveel mogelijk voorkomen dat mijn sokken drijfnat werden. Mijn regenpak hield dapper stand. Ik leunde tegen het paaltje en zag opeens aan mijn rechterkant een bewegende gele vlek. Ik probeerde scherp te stellen, veegde wat druppels uit mijn ogen. De wazige gele vlek bleek een regenpak. Een klein blond kind, ik kon niet zien of het een jongetje of meisje was, sprong vrolijk rond in de plassen op de stoep. Het regenpak was duidelijk te groot, maar dat waren de plassen ook en dat maakte de pret alleen maar groter. Bij iedere stap waarbij het kind met de groene kaplaarsjes in het water stampte, spatte het water hoog op en lachte het kind hikkerig. Het beeld deed mij sterk aan Jip en Janneke denken. Een arm probeerde het kind mee te krijgen maar dat lukte slecht. Telkens weer sprong het kind van plas naar plas. Opeens stond Janneke naast me, van deze afstand zag ik haar roze oorbelletjes. Ze keek me ondeugend aan en zwaaide. Ik zwaaide terug, waarop ze lachte en wegrende, richting papa en Takkie. Het licht sprong op groen en ik begon te trappen. Door de plassen, steeds sneller. Mijn sokken waren drijfnat, mijn haar plakte in mijn ogen en mijn regenpak bleek toch minder waterdicht dan gedacht. Ik was doorweekt. Maar soms, heel soms, is dat het lekkerste wat er is.